Procesarchitect: stakeholders en toestanden (stap 2) Procesarchitect: stakeholders en toestanden (stap 2)

Procesarchitect: stakeholders en toestanden (stap 2)

Marel Maathuis Marel Maathuis

In Procesarchitect: voorbereidingen (stap 1) is bepaald hoe het bedrijfsproces eruit komt te zien. In dit artikel wordt begonnen met het inrichten van het bedrijfsproces in e-UUR. 


Nadat de module is aangezet, kun je onder Start > Bedrijfsprocessen een bedrijfsproces aanmaken. Hieronder kun je lezen hoe je dit kunt doen. Staat de module nog niet aan? Lees dan eerst het artikel Inleiding procesarchitect.


Let op: alleen de leveranciergebruiker met de Rol van Applicatiebeheerder (leverancier) kan bedrijfsprocessen instellen. In het artikel Gebruikersbeheer (leverancier) kun je meer lezen over de rollen van de leverancier en hoe je dit kunt instellen.


De volgende vragen van Procesarchitect: voorbereidingen (stap 1) worden in dit artikel behandeld.

  • Activatieperspectief (vraag 1)
  • Stakeholders (vraag 2)
  • Toestanden (vraag 3)

Ga naar Start > Bedrijfsprocessen en klik op Nieuw om een nieuw bedrijfsproces in te stellen. 



Algemeen


Vul onder 1 Algemeen een Naam in voor het bedrijfsproces. Deze naam wordt voor het nieuwe bedrijfsproces gebruikt als naam in e-UUR. Eventueel kun je een beschrijving toevoegen onder Omschrijving



Een Extern nummer invullen is niet verplicht. Vul wel een extern nummer in als je procesitems wilt exporteren via de webservice. Meer informatie hierover vind je in het artikel Procesarchitect: exportdefinitie (stap 9).


Selecteer onder Activatieperspectief voor wie je dit bedrijfsproces wilt activeren. Voor alle gebruikers die hiërarchisch onder dit perspectief vallen, komt het bedrijfsproces beschikbaar. In het artikel Activatieperspectief kun je lezen hoe dit precies werkt.


Bij Vraag 1 van Procesarchitect: voorbereidingen (stap 1) is bepaald dat je per inlener wilt bepalen of dit bedrijfsproces Werkkleding van toepassing is. Selecteer voor het bedrijfsproces Werkkleding daarom Inlener onder Activatieperspectief.  



Bij Betreffend object kun je een object selecteren waar het procesitem niet zonder kan. Voor dit bedrijfsproces Werkkleding kun je Inlener selecteren. Dit is echter geen verplicht veld. Voor dit artikel wordt het veld daarom leeg gelaten. Meer informatie over het betreffend object vind je in het artikel Betreffend object.


Instellingen

Kies onder Instellingen bij Icoon het icoon dat je wilt gebruiken voor het bedrijfsproces. Dit icoon vind je terug op de tegels op het dashboard van alle gebruikers. Ook vind je dit icoon terug in het actieoverzicht en de stream bij de inleners en flexkrachten.



Selecteer voor dit bedrijfsproces Werkkleding het icoon shopping-bag.


Daarnaast kun je hier de benaming invullen. Vul onder Enkelvoudige naam van het object de naam in die je wilt terugzien in het menu en op de tegels. Onder Meervoudige naam van het object vul je de naam in die bijvoorbeeld terugkomt in de overzichten.



Ook kun je hier instellen dat er documenten digitaal kunnen worden ondertekend. Selecteer dan Ja onder Digitale ondertekening. Voor dit artikel kun je dit veld leeg laten of op Nee zetten. 



Meer informatie over het gebruik van de digitale handtekening bij bedrijfsprocessen vind je in het artikel Procesarchitect: digitale ondertekening.


Stakeholders


Hierna kun je kiezen welke gebruikers van e-UUR bij dit proces betrokken zijn. Klik op 2 Stakeholders. Selecteer bij de gebruiker Ja als die gebruiker bij dit proces van toepassing is.



Bij Vraag 2 van Procesarchitect: voorbereidingen (stap 1) is bepaald dat de inlener en de flexkracht de gebruikers zijn van dit bedrijfsproces Werkkleding. Meer informatie over de verschillende gebruikers in combinatie met een bedrijfsproces en het instellen van de rollen vind je in het artikel Rollen bedrijfsproces instellen.


Rollen

Selecteer Ja onder Inlener. Vervolgens kun je een rol toevoegen. Klik onder Rol in het lege veld en vul de naam van de rol in.



Je kunt verschillende gebruikers dezelfde naam geven. Gebruik je dezelfde naam, dan kun je bij het aanmaken van het transitieschema het verschil zien doordat tussen haakjes achter de naam het perspectief (leverancier, bemiddelaar of inlener) staat. Als de naam van het perspectief niet in de naam van de rol aanwezig is, dan wordt de naam van het perspectief er ook tussen haakjes achter gezet. 

Op deze manier is het duidelijker om welke rol het gaat. Zie het artikel Procesarchitect: transitieschema (stap 6) voor meer informatie over het transitieschema. 



Wil je meerdere rollen toevoegen, klik dan op Regel toevoegen. Door meerdere rollen toe te voegen, kun je in een proces bijvoorbeeld een 'kijk' rol en een 'bewerk' rol hebben. Op die manier kan de ene gebruiker het proces wel zien, maar niets bewerken en de andere gebruiker kan ook daadwerkelijk het proces aanpassen. 


Flexkracht en/of kandidaat

Selecteer ook Ja onder Flexkracht. Bij de Flexkracht kun je onder Flexkrachtrollen kiezen uit de rol van Flexkracht of die van Kandidaat



In verband met de module Werving en selectie zijn er ook gebruikers die kandidaat zijn in e-UUR (in plaats van flexkracht). Ook voor die gebruikers kun je apart een bedrijfsproces instellen. Selecteer je Kandidaat, dan is voor elke gebruiker die kandidaat is in e-UUR het bedrijfsproces beschikbaar. Ga naar Start > Werving en selectie > Kandidaten voor een overzicht van alle kandidaten in e-UUR. 



Meer informatie over de module Werving en selectie vind je in het artikel Inleiding werving en selectie.


Toestanden


Nadat de stakeholders zijn bepaald, kun je de verschillende toestanden van het bedrijfsproces instellen. Een toestand vind je later in e-UUR terug als status van een proces. Klik op 3 Toestanden.


Vul onder Toestanden bij Etiket een naam in die de toestand van het bedrijfsproces weergeeft. Selecteer vervolgens een Type toestand. Je kunt kiezen uit een Normale toestand, een Eindtoestand of een Digitale ondertekeningstoestand.


De eindtoestand wordt gebruikt voor de tegels op het dashboard. Per bedrijfsproces krijg je een tegel beschikbaar. Op de tegel kun je zien of er een proces is waarvoor een actie vereist is en hoeveel lopende processen je hebt. Selecteer je Eindtoestand dan wordt het proces niet weergegeven op de tegel bij Lopend. Selecteer je Normale toestand dan wordt het proces wel weergegeven op de tegel bij Lopend als het proces die toestand (status) heeft.


Bij Vraag 3 van Procesarchitect: voorbereidingen (stap 1) is bepaald dat de toestanden voor het dit bedrijfsproces zijn: Nieuw, Aangevraagd, Goedgekeurd, Afgekeurd, Afgehaald en Ingeleverd. Vul de verschillende toestanden in en geef aan van welk Type de toestand is. Klik op Regel toevoegen om een nieuwe toestand toe te voegen.



De Digitale ondertekeningstoestand wordt gebruikt voor de digitale handtekening. Deze wordt voor dit bedrijfsproces niet gebruikt. Meer informatie over het gebruik van de digitale handtekening bij bedrijfsprocessen vind je in het artikel Procesarchitect: digitale ondertekening.


Ook staan hier Exceptionele toestanden. Lees voor meer informatie over deze toestanden het artikel Exceptionele toestanden.


Let op: de volgorde die je hier invult voor de toestanden, bepaalt voor de bewerkingsdefinitie ook de volgorde van de toestanden. Zie het artikel Procesarchitect: bewerkingsdefinitie (stap 5).


In de volgende stap lees je hoe je berichten bij het bedrijfsproces kunt inrichten.


Terug naar Procesarchitect: voorbereidingen (stap 1)

Verder naar Procesarchitect: berichten (stap 3)