Betreffend object Betreffend object

Betreffend object

Marel Maathuis Marel Maathuis

In het artikel Procesarchitect: stakeholders en toestanden (stap 2) wordt uitgelegd hoe je een bedrijfsproces instelt. Hierbij komt ook het betreffend object aan de orde. In dit artikel wordt uitgelegd wat je kunt doen met het betreffend object.


Bij een bedrijfsproces kun je kiezen voor een Betreffend object. Dit kun je het beste omschrijven als datgene waar het procesitem niet zonder kan. 


Als er een betreffend object is ingesteld, dan zorgt dit ervoor dat er een direct bij het starten van een nieuw procesitem een object kan worden geselecteerd. Dit betekent dat als de inlener is ingesteld als betreffend object, je bij het starten van een nieuw procesitem een inlener kunt selecteren. Dit gebeurt alleen als er meerdere inleners van toepassing kunnen zijn. Is er maar één inlener beschikbaar, dan wordt automatisch die inlener geselecteerd bij het starten van het procesitem. Als de gebruiker geen enkele mogelijke keuze heeft, dan kan het proces dus niet gestart worden.


Voorbeelden

Heb je een bedrijfsproces over het verlengen van een plaatsing, dan kun je als betreffend object kiezen voor de plaatsing. Een bedrijfsproces van ziekmeldingen heeft altijd een flexkracht nodig. Kies dan voor de flexkracht als betreffend object. Bij het bedrijfsproces Vraag aan inlener (zie Hoe te starten met procesarchitect?) is daarom gekozen voor de inlener als betreffend object. Je hebt immers altijd een inlener nodig voor dat bedrijfsproces.


Ga naar Start > Bedrijfsprocessen en open het bedrijfsproces waarbij je het betreffend object wilt instellen. 



Bij 1 Algemeen kun je het Betreffend object instellen. Je kunt kiezen uit Plaatsing, Flexkracht, Inlener, Bemiddelaar, Kandidaat, Vacature, Sollicitatie en Dossieritem


Let op: de keuze is afhankelijk van de geactiveerde modules in de e-UUR omgeving. Als bijvoorbeeld de werving en selectie module niet is geactiveerd, kun je niet kiezen voor kandidaat, vacature en sollicitatie.


Selecteer het Betreffend object. Hierna kun je ook aangeven of er maximaal 1 lopend procesitem mag zijn. Vul dit onder Beperken tot maximaal 1 lopend procesitem per betreffend object in. Selecteer hier Ja als er maar één lopend procesitem mogelijk mag zijn. 



Dit betekent dat op het moment dat er een nieuw procesitem wordt gemaakt, er niet al een lopend (dus niet in een eindtoestand) procesitem mag zijn voor het geselecteerde proces. Als dat wel het geval is, dan krijg je de melding dat er geen nieuw procesitem kan worden aangemaakt. Je moet dat eerst het oude procesitem afronden.


Als er bij het activeren van deze optie al meerdere procesitems zijn gestart op hetzelfde proces, dan moeten deze eerst allemaal afgerond worden voordat er een nieuw procesitem gestart kan worden. 


Vul het bedrijfsproces verder in en klik op Opslaan. Nadat er ook een procesconfiguratie is ingesteld en het proces is geactiveerd, kan er een procesitem worden aangemaakt. 



Na het selecteren van het betreffend object bij het starten van een procesitem, wordt de Naam van dat object ook weergegeven in e-UUR. Dit betekent dat als je een inlener hebt geselecteerd, je de naam van die inlener ziet in de stream (inlener en flexkracht), op de tabbladen bovenaan (leverancier en bemiddelaar) en in de overzichten.





Als je een betreffend object hebt ingesteld bij het bedrijfsproces, dan kun je dat veld niet meer kiezen in de formulierconfiguratie. 



Als je geen betreffend object hebt ingevuld, dan kun je bijvoorbeeld de inlener als veld toevoegen aan het formulier in de formulierconfiguratie. Je moet dan echter ook de bewerkingsdefinitie apart instellen. 


Vanuit het gekozen betreffend object wordt ook zoveel mogelijk informatie die relevant is voor inzichtelijkheid automatisch afgeleid. Dus bijvoorbeeld vanuit een plaatsing worden flexkracht, inlener, autorisatie-eenheid en eventueel ook bemiddelaar en leveranciers-eenheid afgeleid. Dit maakt dat het betreffend object niet een verplicht veld is in een bedrijfsproces, maar wel een handige optie is.