Hoe krijg ik de tegel nieuw bedrijfsproces op mijn dashboard?

Na het aanmaken van het bedrijfsproces, komen er ook tegels beschikbaar. In de artikelen Procesarchitect: stakeholders en toestanden (stap 2) en Procesarchitect: berichten (stap 3) kun je lezen hoe je een bedrijfsproces instelt. Algemene informatie over tegels op het dashboard vind je in de artikelen Dashboard beheer en Procesarchitecttegels.  

Om de vraag; hoe krijg ik de tegel nieuw bedrijfsproces op mijn dashboard te beantwoorden, moet je de volgende instellingen nakijken.

1. Is de tegel geactiveerd?
2. Is de gebruiker stakeholder van het bedrijfsproces?
3. Is er een procesconfiguratie ingesteld voor dat bedrijfsproces? 
4. Heeft de gebruiker in het transitieschema de transitie Nieuw beschikbaar?
5. Is het bedrijfsproces geactiveerd bij de inlener of bemiddelaar waar de gebruiker onder valt?
6. Heeft de gebruiker de juiste rol?
7. Valt de gebruiker binnen de reikwijdte van het betreffend object?

Hieronder wordt uitgelegd hoe je deze opties kunt nakijken.

1. Tegels aan- en uitzetten

Na het aanmaken van een bedrijfsproces staan de tegels standaard aan. Wil je niet dat een gebruiker de tegel op zijn dashboard heeft, dan kun je de tegel uitzetten. Hieronder lees je hoe je de tegel kunt aan- en uitzetten. 

Tegels op het dashboard leverancier of bemiddelaar

Ga naar Start > Dashboard > Badge-rechten voor de tegels die beschikbaar zijn op het dashboard van de leverancier en bemiddelaar. Hier vind je de nieuwe tegels die zijn aangemaakt als er een bedrijfsproces is ingesteld. 

Er zijn tegels beschikbaar voor het nieuw aanmaken van een procesitem en voor het overzicht van procesitems. De tegels voor het aanmaken van een nieuw procesitem vind je onder de naam Nieuwe [naam bedrijfsproces] terug. 

De tegels voor het overzicht van procesitems vind je terug onder de Naam van het Bedrijfsproces.

Klik op Bewerken. Je kunt nu de vinkjes voor de tegels aan- en uitzetten om een tegel zichtbaar te maken. Zet een vinkje als je de tegel zichtbaar wilt hebben voor de gebruiker. Verwijder het vinkje als je de tegel niet op het dashboard van de gebruiker wilt tonen. Klik daarna op Opslaan.

Tegels op het dashboard inlener

Er zijn ook nieuwe tegels voor de inlener. Ga hiervoor naar Start > Dashboard > Tegels op Dashboards. De tegels werken verder op dezelfde manier als voor de leverancier en bemiddelaar, zoals hiervoor is uitgelegd. 

Staat de tegel Nieuwe [naam bedrijfsproces] aan, dan is deze instelling juist ingesteld. Ga door naar vraag 2.

2. Gebruiker is stakeholder

Alleen een gebruiker die stakeholder is van een bedrijfsproces heeft de tegel van het bedrijfsproces beschikbaar. Om te controleren of een gebruiker stakeholder is, ga je naar het bedrijfsproces. 

Ga naar Start > Bedrijfsprocessen. Open het bedrijfsproces en klik op 2 Stakeholders. Zoek de gebruiker op en controleer of onder de gebruiker bij Van toepassing Ja staat. Ook moet er een Rol zijn toegevoegd (voor de leverancier, bemiddelaar en inlener) of een vinkje zijn gezet (voor de flexkracht of kandidaat). Is dit het geval, dan is de gebruiker stakeholder van het bedrijfsproces.   

Is de gebruiker geen stakeholder, dan heeft hij de tegel niet beschikbaar. Je kunt de gebruiker toevoegen door op Bewerken te klikken. Volg daarna het stappenproces voor het verdere instellen van het bedrijfsproces voor de gebruiker. Zie het artikel Procesarchitect: stakeholders en toestanden (stap 2) voor meer informatie. 

Is de gebruiker stakeholder, dan is ook deze instelling goed ingesteld. Ga door naar vraag 3.

3. Procesconfiguratie instellen

Nadat er een bedrijfsproces is aangemaakt, moet er ook een procesconfiguratie worden ingesteld. In de artikelen Procesarchitect: stakeholders en toestanden (stap 2) en Procesarchitect: berichten (stap 3) kun je lezen hoe je een bedrijfsproces instelt.

Om te controleren of er een procesconfiguratie voor een bedrijfsproces is ingesteld, ga je naar Start > [naam bedrijfsproces] > [naam bedrijfsproces] Beheer > Procesconfiguraties of Start > [naam bedrijfsproces] Beheer > Procesconfiguraties. 

Staat hier Er zijn geen resultaten. dan is er geen procesconfiguratie ingesteld en zijn de tegels niet zichtbaar voor de gebruiker.

Stel eerst een procesconfiguratie in. Klik daarvoor op Nieuw. In de artikelen Procesarchitect: formulierconfiguratie (stap 4), Procesarchitect: bewerkingsdefinitie (stap 5) en Procesarchitect: transitieschema (stap 6) kun je meer informatie vinden over het instellen van een procesconfiguratie. 

Is er een procesconfiguratie ingesteld, dan is ook deze instelling goed ingesteld. Ga door naar vraag 4.

4. Transitie Nieuw

Bij de procesconfiguratie moet je het transitieschema invullen. Hier moet zijn ingevuld dat de gebruiker de Transitie Nieuw beschikbaar heeft. 

Ga naar Start > [naam bedrijfsproces] > [naam bedrijfsproces] Beheer > Procesconfiguraties of Start > [naam bedrijfsproces] Beheer > Procesconfiguraties. 

Open de procesconfiguratie van het bedrijfsproces en klik vervolgens op 4 Transitieschema. Hier moet onder Transities met één toestand bij de betreffende gebruiker een regel zijn met de Naam en Etiket Nieuw. 

Door middel van de transitie van Type Nieuw krijgt een gebruiker de tegel Nieuwe [naam bedrijfsproces] beschikbaar op zijn dashboard. Heeft de gebruiker deze transitie niet, dan is de tegel niet beschikbaar. Voeg de transitie dan toe. Lees voor meer informatie over het invullen van het transitieschema het artikel Procesarchitect: transitieschema (stap 6). 

Als de gebruiker deze transitie heeft, dan is het transitieschema goed ingesteld. Ga door naar vraag 5.

5. Bedrijfsproces activeren

Nadat de procesconfiguratie is ingesteld, moet het bedrijfsproces eventueel worden geactiveerd bij de inlener en bemiddelaar. Dit is afhankelijk van het gekozen bedrijfsproces en het activatieperspectief. Is het Activatieperspectief ingesteld op Inlener of Bemiddelaar, dan moet het bedrijfsproces apart geactiveerd zijn. Meer informatie over het activatieperspectief vind je in het artikel Activatieperspectief. 

Ga naar Start > Inleners of Start > Bemiddelaars en open de inlener of bemiddelaar. Bij Procesconfiguraties moet een vinkje staan voor het bedrijfsproces. Klik op Bewerken om dit aan te passen. Zet een vinkje en klik op Opslaan.

Is het bedrijfsproces geactiveerd bij de inlener of bemiddelaar, dan is deze instelling ook goed ingesteld. Ga door naar vraag 6.

6. Rol gebruiker

Tot slot moeten de leveranciergebruiker, de inlenergebruiker en de bemiddelaargebruiker de juiste rol hebben. Ga hiervoor naar Start > Gebruikersbeheer > Gebruikers (voor de leverancier), Start > Inleners of Start > Bemiddelaars om dit in te stellen.   

In het artikel Rollen bedrijfsproces instellen kun je uitgebreid lezen hoe het instellen van de rollen werkt.

Heeft de gebruiker de juiste rol, dan is ook deze instelling goed ingesteld.  

7. Betreffend object

Bij het bedrijfsproces kan een Betreffend object worden ingesteld. Afhankelijk van deze instelling kan een gebruiker een nieuw procesitem starten. Het is daarom belangrijk dat de gebruiker binnen de reikwijdte van het betreffend object valt.

Het betreffend object moet verplicht ingevuld worden bij het starten van het proces. Als de gebruiker geen enkele mogelijke keuze heeft kan het proces dus niet gestart worden. 

Zie de artikelen Procesarchitect: stakeholders en toestanden (stap 2) en Betreffend object voor meer informatie.

Zijn alle instellingen voor de gebruiker goed ingesteld, dan heeft de gebruiker de tegel Nieuwe [naam bedrijfsproces] op zijn dashboard beschikbaar. De gebruiker kan door het klikken op die tegel een nieuw procesitem starten. 

Is de tegel niet zichtbaar bij de gebruiker, kijk dan alle bovenstaande punten nog eens na of die goed zijn ingesteld.