Labels Labels

Labels

Marel Maathuis Marel Maathuis

In het artikel Huisstijlen kun je lezen welke mogelijkheden er zijn voor een huisstijl en hoe je deze kunt instellen. Daarnaast kun je labels gebruiken. Deze mogelijkheid is niet standaard beschikbaar. Hieraan zijn extra kosten verbonden. Neem hiervoor contact met ons op via euur@akyla.nl


Met een huisstijl kun je de kleuren, domeinnaam en logo verschillend instellen voor een bemiddelaar, inlener of leverancierseenheid. Ten opzicht van een standaard huisstijl, kun je met een label per inlener, bemiddelaar of leverancierseenheid ook de vertalingen aanpassen, een andere naam voor de ondertekening gebruiken en op maat gemaakte CSS instellen. 


Door de vertalingen kun je de teksten in e-UUR specifiek voor een label aanpassen. Daarnaast kun je de specifieke naam van het label in berichten gebruiken, in plaats van de standaard benaming van de leverancier. Verder kun je met op maat gemaakte CSS e-UUR per label nog verder de uitstraling geven die je wilt. 


In dit artikel wordt uitgelegd hoe labels werken. Aan de orde komen de volgende onderwerpen.

  • Label instellen
    • Ondertekeningsgegevens aanpassen
  • Activeren en volgorde
  • Label downgraden

Label instellen


In het artikel Huisstijlen kun je een huisstijl instellen onder Start > Applicatiebeheer > Huisstijlen. Klik op Nieuw


Als labels is geactiveerd, kun je onder Type kiezen voor Huisstijl of Label. Selecteer hier Label. Je krijgt onderstaande melding. Klik op Ok om door te gaan.


Naast de opties die je bij een Huisstijl ook hebt, zijn er extra mogelijkheden. Vul de gegevens in zoals in het artikel Huisstijlen is uitgelegd. 


Onder Aangepaste stijl kan een speciaal ontworpen stijl (CSS) worden ingesteld. Hieraan zijn extra kosten verbonden. Neem daarvoor contact op met Akyla via euur@akyla.nl.



Klik daarna op Opslaan. Het label is nu toegevoegd. Open het label en klik op Bewerken


Onder Berichtinstellingen kun je nu meer instellingen instellen. 



Selecteer Ja bij Terugvallen op leveranciersvertalingen als de vertaalbestanden van de leverancier moeten worden gebruikt, als er geen eigen vertalingen bij het label zijn ingesteld. Hiermee kun je dus bepalen of de vertaling van de leverancier moet worden gebruikt. Selecteer je hier Nee, dan wordt de standaard Akyla vertaling gebruikt, als er geen eigen vertaling beschikbaar is.


Wil je voorkomen dat in teksten de naam van de leverancier wordt gebruikt, stel dan bij de leveranciersvertaling de teksten zo in dat daar een neutrale naam wordt gebruikt in plaats van de naam van de leverancier. In een label kun je dan Ja instellen bij Terugvallen op leveranciersvertalingen. Mocht een specifiek label dan niet juist zijn ingesteld, dan wordt niet de naam van de leverancier gebruikt uit de Akyla-klant vertaling, maar de neutrale naam uit de leveranciersvertaling.


Daarnaast kun je aangeven of een tag in de berichten moet worden vervangen door de naam van het label. Selecteer dan Ja bij die tag (ve.companyname of customername). Hiermee kun je zelf kiezen welke naam onder een bericht komt te staan, als er een label van toepassing. Hieronder vind je een overzicht van welke naam wordt gebruikt bij welke instelling.



Dit betekent dat altijd als er een bemiddelaar is, de naam van de bemiddelaar in berichten staat voor de tag customername. Is er geen bemiddelaar, dan geldt de naam van het label als die optie op Ja staat.


Je kunt nu ook de Vertalingen voor dat label aanpassen. Hoe je dit kunt aanpassen, kun je lezen in het artikel Hoe verander ik de teksten en de inhoud van e-mails? (vertalingen). In het artikel Volgorde vertalingen staat meer informatie over welke vertaling wordt gebruikt bij meerdere aangepaste vertalingen.



Klik daarna op Opslaan.


Ondertekeningsgegevens aanpassen

Voor een label kun je instellen dat als de leverancier ondertekent, dat er dan een andere naam wordt ingevuld. Je kunt dit instellen onder Overig >  Ondertekeningsgegevens aanpassen



In het artikel Ondertekening leverancier met naam bemiddelaar kun je lezen hoe je dit kunt instellen specifiek voor de bemiddelaar en hoe dit in het algemeen werkt. Voor labels kun je dit instellen per label, zodat je een aparte ondertekeningsnaam kunt gebruiken voor de leverancier per leverancierseenheid, inlener of bemiddelaar.


Voorbeeld

Ik heb een label ingesteld voor de leveranciers-eenheid Noord-Nederland. Hierbij heb ik een afwijkende naam als ondertekening bij het label ingesteld. Als je vervolgens een document toevoegt aan de inlener die onder die leveranciers-eenheid valt, dan wordt bij de ondertekening van dat document door de leverancier de ondertekeningsnaam gebruikt die is ingesteld bij het label (en niet de standaard ondertekeningsgegevens van de leverancier). Als er dus een label met aangepaste ondertekeningsgegevens is ingesteld, dan wordt als de leverancier ondertekent de naam ingevuld zoals deze is ingesteld bij het label. 


Let op: voor bedrijfsprocessen geldt dat het Betreffend object bepaalt welk label van toepassing is en daarmee welke ondertekening.



Activeren en volgorde


Voor het activeren van een label en de volgorde geldt hetzelfde als voor een huisstijl. In het artikel Huisstijlen vind je een overzicht van de prioriteit als er verschillende huisstijlen en labels van toepassing zijn. 


Huisstijl downgraden


Als je een label hebt ingesteld, kun je deze wijzigen naar een huisstijl. Dit werkt omgekeerd, zoals je een huisstijl kunt upgraden naar een label. 


Open het label en klik op Overig > Downgraden naar huisstijl. Je krijgt onderstaande bevestiging. Klik op Doorvoeren om het label om te zetten naar huisstijl. 



Het label wijzigt naar een huisstijl met die opties. De vertalingen en opties van een label zijn hierna niet meer beschikbaar bij die huisstijl.